“Zonder angst naar Italië: dat zou fantastisch zijn”

Jan 24, 2024 | Interview

Twaalf vierkante meter. Zo groot was de kamer waar Jasmine (33) anderhalf jaar lang in zat, te angstig om ook maar één stap buiten de deur te zetten. Haar wereld was klein en haar vrijheid beperkt door alle angstklachten en paniekaanvallen waar ze last van had. Maar hulp zoeken? Dat zag ze niet zitten. Jasmine: “De mensen die in de geestelijke gezondheidszorg worden behandeld zijn gek, dacht ik.” Inmiddels weet ze wel beter.

Jasmine: “Die ontkenningsfase heeft erg lang geduurd. Totdat ik schoonmaakwerk ging doen in een ggz-instelling, waar patiënten tot maximaal twee jaar kunnen verblijven. Eerst was ik huiverig voor waar ik terecht zou komen. Ik heb ook echt weleens een stoel naar mijn hoofd gekregen. Maar inmiddels weet ik: de mensen die hier wonen zijn mensen zoals jij en ik. Het heeft mijn beeld van hen compleet veranderd. Ik merkte dat sommige patiënten heel erg ziek binnenkwamen, maar juist heel goed weer weggingen. Door de juiste behandelingen, knapten ze helemaal op. Dat zette mij aan het denken. Zou ik misschien toch ook met mijn eigen klachten geholpen kunnen worden?

Lees ook: In therapie met Thirza: “Achter de burn-outklachten schuilde dat ik mijn grenzen niet goed aan kon geven.”

Dieper spitten

Ik kwam af en toe al bij de praktijkondersteuner ggz van de huisarts. Die stelde regelmatig voor om mij door te verwijzen voor behandeling. Een voorstel wat ik altijd vriendelijk afwees. Maar nu was ik toch klaar om die stap te zetten. Ik maakte een afspraak voor een doorverwijzing en zo is mijn behandeltraject begonnen. Ik kwam terecht in een grotere zorginstelling, waar de eerste stappen van herstel werden gezet. Maar na een tijdje konden ze mij niet meer bieden wat ik nodig had. Ze zeiden: het is tijd om een laag dieper te gaan spitten. Geen leuke boodschap, maar ik snapte het wel. Dus werd ik doorverwezen naar Faas Psychologie voor vervolgbehandeling.

 

“De patiënten op mijn werk zetten me aan het denken: zou ik ook met mijn problemen geholpen kunnen worden?”

De vrouw in de spiegel

Na enkele sessies werden de diagnoses bijgesteld van angst- en paniekstoornis, naar posttraumatische stressstoornis. Een heftige diagnose, maar voor mij eigenlijk vooral een opluchting. Het vormde een verklaring voor de klachten die ik ervaarde en erkende de gebeurtenissen die ik heb meegemaakt.

Eindeloos veel gesprekken heb ik met mijn behandelaren gevoerd om aan de klachten te werken. Soms was dat prima, maar soms ook heel lastig. Er werd mij altijd een spiegel voorgehouden, die niet altijd even prettig was. Vaak ook confronterend. Maar uiteindelijk heeft het erg geholpen. Ik heb geleerd om mijn gedachtenpatronen te veranderen. Ook kreeg ik vaak te horen dat ik te streng ben voor mezelf. Dat zijn gedachten die ik heel normaal vind, maar ik neem maar aan dat dat dus niet zo is. Als ik nu weer streng voor mezelf ben, hoor ik de stem van mijn behandelaar in mijn achterhoofd en denk ik: even rustig nu.

 

 “Als ik te streng voor mezelf ben, hoor ik de stem van mijn behandelaar in gedachten en denk ik: even rustig aan nu.”

Vrijheid

De traumaklachten zijn aangepakt door middel van EMDR. Al had ik daar in eerste instantie heel veel weerstand tegen. Wel een jaar lang heb ik mij ertegen verzet, totdat ik me eraan over kon geven. Hoe ik dit heb ervaren? Als heel erg pittig. Tijdens deze behandeling moet je terugdenken aan de herinneringen die juist zoveel pijn doen. Na de sessies zat ik ontzettend veel in mijn hoofd, soms was het onwijs vermoeiend of raakte ik snel geïrriteerd. Gelukkig was de behandeling voor een heel goed doel. Langzaam werden de angst- en paniekklachten wat minder en durfde ik de deur weer uit. 

Ik durf nu naar buiten om boodschappen te doen en spring op mijn scooter om naar Faas Psychologie te rijden. Eerst moest ik hiervoor altijd anderen vragen om me te brengen. Ik heb mijn vrijheid weer een beetje terug en dat voelt als een wereld van verschil. 

De behandelingen zijn niet makkelijk geweest en dat zijn ze nog steeds niet. Ik heb verschillende keren van behandelaren moeten wisselen en dat is elke keer lastig geweest. Weer opnieuw je verhaal doen en weer opnieuw die vertrouwensband opbouwen. Elke keer was ik weer sceptisch, maar tot nu toe was elke wisseling eigenlijk een vooruitgang. Bovendien leer ik van elke behandelaar weer iets anders.

Inmiddels weet ik dus dat mensen die in de ggz worden behandeld, zeker niet gek zijn. Ik wandel nu als vrijwilliger regelmatig met mensen die in een ggz-instelling wonen. Toen ik er werkte, zag ik veel gebreken in de zorg die geboden werd. De gezondheidszorg is natuurlijk enorm uitgekleed en de mensen die daar wonen snakken naar aandacht en gezelligheid. Daarom draag ik graag op deze manier mijn steentje bij. Verder gaat het een stuk beter met mij. Mijn wereld is weer een stuk groter en de klachten zijn veel minder. Maar ik ben er zeker nog niet. Ik hoop ooit weer helemaal onafhankelijk te zijn, zodat de wereld aan mijn voeten ligt. Naar Amsterdam of misschien wel naar Italië zonder angst? Dat zou fantastisch zijn.”

De naam in dit artikel is gefingeerd.

Meer interessante artikelen