Bij Faas Psychologie werken behandelaren met verschillende interesses, expertises en ervaringen. Maar ze hebben ook wat gemeen: ze zijn allemaal gedreven en staan klaar om de beste zorg voor de patiënt te bieden. Annemieke Driessen is één van die enthousiaste medewerkers. Sinds april werkt zij bij Faas Psychologie in Voorburg als klinisch psycholoog-psychotherapeut. Naast de behandelingen bij Faas Psychologie, geeft zij onder andere ook supervisie aan collega-behandelaren en is ze voorzitter van de Vereniging EMDR Nederland. Ondanks haar volle agenda had ze even tijd voor een gesprek over haar carrière en ervaringen in het werkveld.
Vrij snel nadat Annemieke is begonnen met werken als basispsycholoog, startte ze met de opleiding tot klinisch psycholoog – psychotherapeut, met hoofdrichting cognitieve gedragstherapie. Met deze diploma’s op zak deed ze veel ervaring op in diagnostiek en behandeling van verschillende klachten, gebruikmakend van uiteenlopende behandelmethoden. Tot ze in aanraking kwam met EMDR-therapie en schematherapie. Onder de indruk van de vernieuwende invalshoeken en grote effecten van deze behandelmethoden, verdiepte zij zich hier de afgelopen tien jaar verder in.
Lees ook: GZ-psycholoog Sandra Greuter: “Ik wil mensen graag terugbrengen naar wie ze zijn.”
Waar komt deze interesse voor EMDR en schematherapie vandaan?
“Toen ik de opleidingen EMDR en schematherapie volgde, ging er een wereld voor me open. Ik ontdekte een nieuwe manier van kijken naar psychopathologie en klachten en leerde een nieuwe manier van therapie bedrijven. Tot dan toe keek ik vooral naar hoe gedrag in stand blijft en hielp ik de patiënten oefenen met nieuw gedrag. Bij zowel EMDR-therapie als schematherapie kijk je heel bewust naar hoe de klachten van nu zijn ontstaan en hoe eerdere ervaringen mogelijk nog steeds invloed hebben op deze klachten.
Bij schematherapie onderzoek je welke invloed de leergeschiedenis heeft op de ontwikkeling van patronen van de patiënt. Ook bij EMDR-therapie zoek je steeds naar de relatie tussen de klacht en waardoor deze is ontstaan. Vervolgens zijn beide therapiemethoden erop gericht om de invloed van het verleden op het heden te verminderen, zodat er ruimte komt voor ontwikkeling van nieuw gevoel en gedrag. Dat geeft het idee dat je problemen bij de wortel kunt aanpakken.
“De veranderingen die ik door EMDR-behandeling en schematherapie bij patiënten zie, zijn soms spectaculair.”
Annemieke Driessen,
Klinisch psycholoog – psychotherapeut
De veranderingen die ik door deze behandelingen bij mensen zag, zijn soms enorm spectaculair. Het maakt dat dit heel dankbaar werk is om te doen. Ik vind het bovendien interessant om te zien wat trauma’s kunnen doen met je lijf, je zelfbeeld en je ontwikkeling. Daarom ben ik mij hier verder in gaan specialiseren.”
In je behandeling help je patiënten vooruit, je leert hen veel. Leer je ook iets van hen?
“Ik heb vooral heel veel bewondering voor de veerkracht die mensen hebben. Door de verhalen die ik in behandelingen hoor, realiseer ik mij goed dat ik het getroffen heb in het leven. Het kan zo anders lopen als je in een ander nest geboren bent of wanneer je andere mensen tegenkomt. Ik vind het bewonderenswaardig hoeveel kracht mensen hebben om zich tijdens een (trauma)behandeling door alle nare herinneringen heen te slaan en door te gaan, zonder dat ze zelf precies weten waar ze uit gaan komen. Met traumabehandeling zie ik als behandelaar die stip op de horizon wel, maar die zien de patiënten vaak nog niet. Toch ploeteren ze door alle ellende en narigheid heen, opdat het ooit beter wordt. Dat vind ik ontzettend knap.”
Dat vergt veel vertrouwen van de patiënt in de behandelaar.
“Ja, klopt. Terwijl het vaak mensen zijn die door hun ervaringen helemaal niet geleerd hebben om te vertrouwen. Dus des te meer bewonderenswaardig, als je het mij vraagt. Bovendien maakt het ook nederig. Dat ik denk: Jeetje, ik mag jou op dit pad begeleiden. Ik sta naast je, vaar maar op mijn blik op de horizon. Maar uiteindelijk moeten mensen het echt zelf doen. Daar heb ik veel respect voor.”
Komt het wel eens voor dat de verhalen van patiënten je overspoelen of overweldigen?
“Over het algemeen niet. Het mooie van traumabehandeling is dat je écht iets kunt doen. Het is namelijk vooral ontzettend lastig om je machteloos te voelen. Dat zie ik in de trauma’s van patiënten terugkomen: zij hebben zich destijds machteloos gevoeld, en voelen dat nog steeds wanneer ze aan de traumatische ervaringen worden herinnerd. Maar voor de behandelaar geldt evengoed dat het ontzettend lastig is als je het idee hebt iets te moeten verdragen, terwijl je er niks aan kunt doen. Gelukkig voel je als behandelaar die machteloosheid over het algemeen niet zo, omdat je kunt helpen de klachten te verbeteren. Dan zijn het wel nare verhalen, maar de focus ligt op het verminderen van de klachten, in plaats van op het verhaal zelf.
Er zijn natuurlijk ook behandelingen waarbij je de patiënt minder kunt helpen dan je zou willen. Dat is wel heel pittig. Het is dan niet per se het verhaal van de patiënt wat het zwaar maakt, maar vooral dat je weinig kunt betekenen. Dan voel je die machteloosheid wel.”
“Het is soms lastig om patiënten helemaal los te laten als een lange tijd met hen mee bent gelopen.”
Sinds april werk je drie dagen in de week bij Faas Psychologie als behandelaar. Waarom deze overstap?
“Het leek me heel leuk om met een heel nieuw team te starten, op een fantastische plek. Bovendien sprak de visie van Faas Psychologie me ook aan. Ik heb negen jaar bij dezelfde organisatie gewerkt, dus ik vond het daarnaast ook wel een goed moment om weer eens wat anders te gaan doen. Het was tijd voor verandering.
Op mijn vorige werkplek was ik door de jaren heen steeds meer een vraagbaak geworden. Ik werd vaak gevraagd om mee te denken over de organisatie en om te sparren over casuïstiek. Dat vond ik interessant, maar hier bij Faas ga ik weer terug naar de basis: ik heb nu veel meer tijd om gewoon te behandelen. Dat vind ik ook wel heel leuk.”
Zijn er ook dingen die je niet leuk vindt aan het werk als psycholoog?
“Daar moet ik serieus over nadenken… Het enige wat ik lastig vind, is dat je als psycholoog een tijdje met mensen meeloopt, maar dat je ze daarna weer helemaal moet loslaten. Je hebt heel intensief contact, soms zelfs een paar jaar lang. Maar daarna zie je diegene (als het goed is) nooit meer. Vaak ben ik wel benieuwd hoe het met mensen verder gaat. Maar als therapeut kun je natuurlijk nooit contact opnemen met je ex-patiënten.”
Tot slot: welk boek moet elke behandelaar volgens jou gelezen hebben?
“Ik wens elke psycholoog toe dat hij of zij zich laat informeren over de effecten van trauma. Zo veel psychopathologie hangt samen met beschadigende ervaringen. Dat hoeven niet altijd grote trauma’s te zijn, maar het gaat over alles wat je meemaakt. Ik denk dat het goed is om altijd door te vragen: wat heb je meegemaakt dat je nu deze klachten hebt ontwikkeld? Eén van de boeken op dat terrein die ik altijd aanraad is ‘Traumasporen’ van Bessel van der Kolk. Een heel toegankelijk boek dat vertelt over wat trauma doet met je brein. Daarnaast is het boek ‘Verlamd van Angst’ van Agnes van Minnen een must-read voor iedereen die het slachtoffer is geworden van seksueel geweld. Beide boeken zijn zeker de moeite waard om te lezen.”