Hoe ga jij om met stressvolle situaties? Om deze vraag draait het, als we het hebben over copingmechanismen. Copingmechanismen zijn de verschillende manieren waarop je kunt reageren op een probleem, een moeilijke situatie of stress. Denk aan ziekte, een conflict op werk, een deadline of een traumatische gebeurtenis.
Probleemgericht versus emotiegericht
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen ‘emotiegerichte coping’ en ‘probleemgerichte coping.’ Bij probleemgerichte coping richt je je op het oplossen van het probleem; het aanpakken van de oorzaak van het probleem. Dat is vaak helpend, vooral als het probleem of de stressvolle situatie op te lossen is. Voorbeelden van probleemgerichte coping zijn: een plan maken, informatie opzoeken, anderen om hulp vragen, prioriteiten stellen of alle mogelijke oplossingen op een rij zetten en de beste optie kiezen en uitvoeren. Bij emotiegerichte coping richt je je op je emotionele reactie op het probleem. Waar het niet mogelijk is om het probleem op te lossen, kan emotionele coping helpend zijn. Voorbeelden van emotiegerichte coping zijn: over het probleem praten met anderen, over het probleem schrijven, je emoties uiten door bijvoorbeeld te huilen of stoom af te blazen.
Lees ook: Wat gebeurt er als je emoties onderdrukt?
Actieve versus passieve coping
Een ander onderscheid dat wordt gemaakt, is het onderscheid tussen actieve coping en passieve coping. Bij actieve coping pak je het probleem actief aan, terwijl je bij een passieve strategie meer afwachtend bent en de situatie over je heen laat komen.
To cope
Verb (I) | to deal succesfully with a difficult situation
Ieder z’n ding, ieder z’n coping
Welke copingstrategieën je inzet, is over het algemeen afhankelijk van het soort probleem waar je tegenaan loopt, maar is daarnaast ook afhankelijk van je persoonlijkheid en welke vormen van coping je hebt aangeleerd. Je kunt je misschien voorstellen dat, als je ouders geneigd zijn om een probleem zo snel mogelijk op te lossen, jij die neiging hebt overgenomen. Of als je ouders juist geneigd zijn om uitgebreid stil te staan bij emoties die bij het probleem komen kijken, dat jij dat ook doet.
Daarnaast worden copingstijlen bepaald door eerdere ervaringen. Als je hebt ervaren dat troost zoeken helpend is, zul je dat eerder doen dan wanneer dat in het verleden niet mogelijk was. Wanneer je al jong hebt geleerd dat je problemen zelf op moet lossen, is de kans groot dat je dat later in je leven ook zult doen. Copingstijlen die je als kind hebt aangeleerd kunnen op dat moment heel nuttig zijn geweest, maar blijken soms later niet meer helpend. Denk bijvoorbeeld aan jezelf terugtrekken of emoties wegstoppen.
Balans
Vaak wisselen mensen tussen verschillende copingstrategieën. Als een manier van omgaan met problemen en emoties niet goed is bevallen, wordt een andere copingstijl toegepast. Er is niet één copingstrategie die het beste is: wat voor de één goed bevalt, werkt voor de ander juist wat minder. Wat in de ene situatie goed helpt, is in de andere situatie juist minder passend. Soms helpt het bovendien om verschillende copingstrategieën te combineren. Het is in het algemeen aan te raden om verschillende copingstijlen af te wisselen en hier een balans tussen te vinden: soms je richten op het probleem, soms op de bijkomende emoties. Soms samen met een ander aanpakken, soms even alleen. Soms het probleem en/of de bijkomende emoties aangaan, soms juist alles even laten voor wat het is.
Verschillende copingmechanismen
Vermijdende coping: bij een vermijdende copingstrategie worden het probleem en de bijkomende emotionele reacties zo veel mogelijk ontweken en genegeerd. Bijvoorbeeld: shoppen, gamen, een film of serie kijken, werken, doen alsof er niks aan de hand is of drugs en/of alcohol gebruiken.
Voorbeeld
Situatie: Je hebt te horen gekregen dat iemand die dichtbij jou staat ernstig ziek is. Dit nieuws roept veel verdriet op.
Vermijdende coping: Je kruipt op de bank om je favoriete film te kijken (gedachten verzetten). Je gaat door met je dagelijks leven alsof er niks aan de hand is (ontkennen). Je richt je aandacht op je werk (afleiding zoeken). Je gebruikt cannabis om te ontspannen en het verdriet te vergeten (gebruik verdovende middelen).
Cognitieve coping: In dit geval richt je je op (het veranderen van) de manier waarop je kijkt naar het probleem of de bijkomende emoties. Bijvoorbeeld: jezelf geruststellen, het probleem vanuit een ander perspectief benaderen, kijken naar de positieve kanten van de situatie, negatieve gedachten uitdagen, piekeren of de situatie met humor bekijken.
Voorbeeld
Situatie: Je bent ontslagen door je werkgever, waardoor je geen inkomen meer hebt en op zoek moet naar een nieuwe baan. Dit roept veel angst en onzekerheid op.
Cognitieve coping: Je vertelt jezelf dat het goedkomt en dat je nog voldoende spaargeld hebt om de tijd tot een nieuwe baan te overbruggen (jezelf geruststellen). Je realiseert je dat een nieuwe baan een mooie kans is om je verder te ontwikkelen (kijken naar de positieve kanten). Je ligt nachten wakker en denkt veel na over alle mogelijke (doem)scenario’s, nu je geen inkomen hebt (piekeren).
Sociale coping: Bij sociale coping zet je jouw netwerk (familie, vrienden, naasten, professionele hulpverlening) in om met een stressvolle situatie om te kunnen gaan. Bijvoorbeeld: emotionele steun zoeken bij naasten of een psycholoog, praktische steun zoeken bij naasten of afleiding zoeken door dingen te ondernemen met naasten.
Voorbeeld
Situatie: Je partner heeft je relatie onverwachts verbroken. Je voelt je verdrietig en in de steek gelaten.
Sociale coping: je bespreekt het met je psycholoog of huilt uit bij een vriend (emotionele steun zoeken). Een vriendin neemt je mee op stap om even je gedachten te verzetten (afleiding zoeken).
Spirituele coping: Spirituele rituelen kunnen worden gebruikt om houvast te vinden in stressvolle situaties en om hier beter mee om te kunnen gaan. Bijvoorbeeld: bidden of mediteren, betekenis geven aan een situatie of probleem of mensen uit de (spirituele) gemeenschap opzoeken voor steun en verbinding.
Voorbeeld
Situatie: Een naaste moet deze week een spannende operatie ondergaan. Dit roept veel angst en spanning op.
Spirituele coping: je bidt tot God voor bijstand en steun (bidden). Je gaat naar een dienst van jouw spirituele gemeenschap om verbinding en steun te voelen.
Fysieke coping: Ook fysieke copingstrategieën kunnen worden ingezet om stress te verminderen. Bijvoorbeeld: sporten, gezond eten en zorgen voor een goede nachtrust.
Voorbeeld
Situatie: Het is een erg drukke periode op werk, door een belangrijke naderende deadline. Ook je collega’s hebben het druk, waardoor ze je geen taken uit handen kunnen nemen. Je voelt je vermoeid en gestrest.
Fysieke coping: ondanks de drukte, kies je ervoor om tijd te maken om te gaan hardlopen (sporten). Je zorgt goed voor jezelf door elke dag een gezonde maaltijd te koken (gezond eten) en gaat elke dag rond dezelfde tijd naar bed, zodat je voldoende slaap krijgt (nachtrust).